Gulden sleutelbloem

Hij komt voor in weilanden en bossen. De bladeren vormen een rozet, dat langwerpig en getand is. Het rozet eindigt in een.

Ze is zeldzaam in Zuid-Limburg, zeer zeldzaam in Noord-Brabant, het rivierengebied en de Zeeuwse en Hollandse duinen, elders ontbrekend. Ze wordt ook aangeboden als tuinplant, dan soms met rode bloemen. Gulden sleutelbloem groeit op vochtige, meestal kalkrijke grond in graslanden en loofbossen, in uiterwaarden .

Veris betekent waar of echt. Klik op een afbeelding om te . In tegenstelling tot stengelloze en slanke sleutelbloem komt hij later op het jaar tot bloei (april-mei). In Vlaanderen is de soort voornamelijk teruggedrongen tot kleine landschapselementen (vooral wegbermen, rivierdijken en kanaalbermen). Namen volgens publicatiePublicatie.

Nederlands, Wetenschappelijk, Categorie, Subcategorie. Er is geen kruid dat de lente meer vertegenwoordigt dan de Sleutelbloem. De in een trosje hangende bloemen doen wel aan een sleutelbos . Anthophora plumipes) en tweekleurige zandbij (Andrena bicolor), als deze soorten in de omgeving hun leefgebied hebben (bron: denederlandsebijen. nl).

Uit den wortelstok komt hier ook weder een wortelroset van bladen en een bloemstengel, die een veelbloemig, naar eene zijde gekeerd scherm van bloemen draagt. De bladen zijn eiron plotseling in den steel samengetrokken, ongelijk getan rimpelig, van onderen dun viltig behaard evenals de scherm-, bloemstelen en . Primula is afgeleid van primus, wat . Deze eigenschappen vind je vooral terug in de . Natuurlijk gebruikt bij bevordering van het ophoesten van slijmen, kalmerende werking , spierontspanning en krampvermindering. De bloemen bevinden zich aan het einde van een lange bloemsteel. Deze sleutelbloem komt ook wild voor in bijvoorbeeld de beekdalen van Limburg.

Deze plant is vooral opvallend in het vroege voorjaar. Al in januari begint het blad te groeien. In maart-april zijn er de bloemen. Zij houdt van zon en lichte schaduw en vochtige, tamelijk voedselarme, maar kalkrijke bodem. De soort is te vinden in bos(randen), in grasland nabij rivieren . In onze tuin verschijnen soms ook nieuwe plan.

Overblijvende plant, inheems in Europa. Standplaats: zanderige grond en kan schaduw hebben. Bloeitijd: april-mei Vermeerdering: opkweken uit zaad. De plant zaait zich ook makkelijk uit.

In het wild is de plant beschermd.

Eetbaar: de bladeren kunnen vers of gekookt gegeten worden.